Koolraap is een dikke knol met een donkere ruwe schil die niet te verwarren is met knolraap en koolrabi maar qua naam sterk op elkaar lijken. Als je de koolraap eenmaal hebt gekookt merk je dat deze een zoetige smaak heeft. De koolraap is de wortel van een plant en groeit onder de grond. Boven de grond groeit blad wat ook gegeten kan worden. De koolraap is een echte wintergroente en is vooral te vinden tussen oktober en maart. Hij is altijd nog wel te koop geweest in speciale groentezaken maar langzaam komt deze ook weer terug in de meer reguliere supermarkt.
Wat kun je met koolraap maken?
Met koolraap kun je eigenlijk van alles maken. Door zijn wellicht onbekendheid kun je hem misschien voor het gemak vergelijken met een aardappel aangezien je met koolraap net als met aardappel, een schotel, puree, gekookte stukken of gebakken stukjes kunt maken. De enige uitzondering is dat je deze groente ook rauw kunt eten. Als je deze raap raspt kun je deze gemakkelijk en snel met wortel en appel omtoveren in een heerlijke salade.
Koolraap koken
Was de koolraap en schil deze met bijvoorbeeld een aardappelschilmesje. Lukt het niet om de schil er goed af te krijgen dan kun je de koolraap eerst in plakken snijden voordat je de schil er af haalt. Dit kan als je voor plakken hebt gekozen daarna met kleine stukjes, net wat veiliger.
Zet een pan op met een snufje zout en voeg hier de stukjes koolraap aan toe als het water eenmaal kookt. Heb je voor kleine stukjes gekozen? Kook de koolraap dan in 12-15 minuten beetgaar. Zijn je stukken wat groter dan kies je voor een kooktijd van tussen de 15-20 minuten. De stukjes zijn beetgaar als je hier met een vork in kunt prikken. Voor puree kook je de koolraap enkele minuten extra.
Eet smakelijk!